mispelMispels zijn kleine ronde vruchten met een kroontje. Eerst grauwgroen, later bruin als ze gaan rotten. Pluk ze pas als de vorst erover is gegaan en ze beursrijp zijn.

Ze kunnen overal worden gekweekt en staan het liefst aan de kant van een sloot. In de Achterhoek staat hier en daar nog een verwilderd exemplaar. De bloesem van de vrucht komt in een aantal wapens van Gelderse gemeenten voor, en wordt ook wel Gelderse roos genoemd.

De mispelaar in de tuin was vroeger een uitstekende bescherming tegen de duivel en boze heksen die deze struik of boom zeer vreesden. Daarom stond deze struik dikwijls bij de pastoor en de notaris in de tuin.

Mispel op eau de vie.

Vul een fles of pot met een wijde hals met mispels waarin u een aantal kruidnagels geprikt heeft. Strooi de helft van het gewicht aan kandijbrokken erop en vul de fles bij met eau de vie of cognac. Goed afsluiten. Minstens twee maanden laten staan.

Rijpen en bewaren.

Nadat de likeur gebotteld is moet ze nog enige tijd rijpen om het aroma de tijd te geven zich ten volle te ontwikkelen. Na een jaar is een likeur uitmuntend maar na een paar jaar is ze nog voller en geuriger van smaak. Vruchten op alcohol zijn de enige uitzondering, omdat bepaalde vruchten zoals aardbeien veel te zacht worden en niet meer lekker zijn om te eten.

Voor de ongeduldigen onder u is er een truc. Als u 1/3e gram wijnsteenzuur oplost in 1 liter likeur dan zal de smaak na een paar dagen zijn als na 6 maanden.

Bewaar de flessen op een donkere plaats. Een likeur die eenmaal geopend is kan heel lang goed blijven, als u de fles maar weer goed afsluit.

Uit: Likeur van Joyce Y. van Doorn.